"Vaders achter het behang"

Met voorwoord van Jos Brink !
"Ik kwam ter wereld tijdens een lachstuip van mijn moeder ..."
 
Bestelinformatie

Inleiding van Peter Zwijnenberg

 

Het moge veel oud-Heilooërs inmiddels bekend zijn, dat dit boek "Vaders achter het behang" haar ontstaan dankt, aan mijn nimmer verdwenen heimwee naar mijn jeugd in Heiloo tijdens de oorlogsjaren 1940-'45. Niet zonder reden toont de foto op de voorpagina 'een vader achter het behang'. Mijn vader! Die deze toch wel wat primitief aandoende schuilplaats had gecreëerd, om zich bij razzia's te kunnen verschuilen. En dat bleken meer vaders te hebben gedaan, getuige de in dit boek vastgelegde herinneringen van hen die, net als ik, tijdens de oorlogsjaren opgroeiden in dat langgerekte dorp Heiloo, daar in de kop van Noord Holland.

 

Herinneringen, met de daarbij behorende vreugdes en verdrietjes; geenszins wereld-schokkend, maar misschien toch uniek omdat ze de belevenissen en gedachten vertolken van kinderen die, door hun onschuldig en onbevangen 'kind zijn', diezelfde oorlog totaal anders beleefden dan hun ouders. Terwijl onze moeders zich in bochten moesten wringen om ons niet te laten verhongeren; terwijl onze vaders zich onder de vloer of achter aanrechtkastjes verstopten, liepen wij kinderen onbekommerd in en uit bij die 'aardige Duitse soldaten', die ons op snoepjes, stukjes zeep en andere zeldzaam geworden dingen trakteerden. Terwijl Onkel Heinrich, Franz, of Karl-Heinz ons lachend optilden en in hun voertuigen zetten, speelgoed voor ons maakten en ons van hun zelfgebakken visjes lieten proeven, waren onze ouders voor hen op hun qui-vive.

Het was een periode vol van gevaren en verraders, maar ook van eensgezindheid, waarbij er opeens geen plaats meer was voor onderlinge vetes of burenruzies. Een tijd ook, waarin dominee en pastoor plotseling andere dingen aan hun hoofd hadden, dan  elkaars 'vijandig gezinde' zieltjes uit de zo zorgvuldig afgebakende territoria te verjagen. Wij kinderen analyseerden dit alles haarscherp, kwamen er ongetwijfeld wel eens mee thuis, maar vonden geen of nauwelijks gehoor voor wat we onderweg hadden gezien of gehoord.

Wat de volwassenen direct na de bevrijding zo snel mogelijk probeerden te vergeten, bleef in onze hoofden onuitwisbaar opgeslagen. Sluimerend, langzaam verstoffend in een 'bijna' vergetelheid, totdat... in het jaar 2000, ondergetekende vond, dat 'ie al die herinneringen maar eens moest vastleggen, voordat ze voorgoed zouden zijn vergeten. Wat er sindsdien loskwam bleek voldoende om er een boek mee te vullen. Dit boek dus! Met onopgesmukte verhalen zonder sensatie, maar juist daardoor een waardige herinnering voor onze kinderen en kleinkinderen!

 

 

Bestelinformatie